Flower

Koninklijke Dekenij Moscou Gentbrugge

Contact:

Ruddy Lafaut – Gontrodestraat 106, 9050 Gentbrugge
09/230 45 09 – ruddylafaut@hotmail.com

Link: www.dekenijmoscougentbrugge.be

Activiteiten:

Dekenijfeest op 29 augustus en 06 en 07 september

Bestuur:

Dekenin: Rita De Paepe
Deken: Ruddy Lafaut
Voorzitter: Jacky De Regge
Secretaris: Luc Delmeiren
Penningmeester: J.M. Vander Straeten
Public Relations: Rita De Plecker
Commissaris: Peter Grielens

Geschiedenis

In Moscou kennen ze nog altijd “Peetjen Kozak”

Vandaag worden zowel de wijk als de dekenij Moscou simpelweg begrensd door de Brusselsesteenweg en het spoorcomplex van Merelbekestation.
Begin de 19de eeuw lagen er open velden waar Russische en Pruisische Kozakken hun kampementen opsloegen en zo de Gentse buitenwijk zijn eerder vreemde benaming bezorgde.

De geschiedenis leert ons dat het geallieerde legen van Engelse, Oostenrijkse, Pruisische en Russische soldaten de Napoleontische legioenen al achterna zaten sedert januari 1913. Beetje bij beetje werd de Franse bezetter uit onze contreien verdreven maar het zou nog tot eind januari 1914 duren eer de Franse ambtenarij onze Gentse stede ontvluchtte.
Een archivaris getuigde: “dat er op den tweeden februari heel den dag een verschrikkelijk geloop was van veel volk naar de Keyzer Poorte (tweede benaming voor Brusselse Poort) om de Kozakken te zien aankomen die reeds in Aelst waren geweest”.
Ze sloegen hun kampementen op buiten de Brusselsche Poort en de hen verwelkomende Gentenaars “deden niets anders dan schreeuwen en hunne hoeden omhoog gooien”.
De Kozakken bivakkeerden op “den dries” waar nu de Peter Benoitlaan loopt (vroeger ook Zwarte Heirstraat waarbij “heir” verwijst naar “leger”) maar de uitbundigheid van de eerste dagen sloeg vrij snel om in vertwijfeling omdat de Russen begonnen te plunderen.
Hun commandant was een 80-jarige maar viriele, grijze krijger met woeste witte baard en boezemde blijkbaar meer angst in dan vreugde. Binnen de kortste keren maakte hij zich berucht vanwege de barbaarse schranspartijen die hij organiseerde op kosten van de stad.
De Gentenaars, altijd goed in het geven van bijnamen, noemden hem “Peetjen Kozak” en tot lang na de gebeurtenissen werden kinderen bang gemaakt met de dreiging “oas’ge nie broave zijt zalk Peetjen Kozak goan hoalen”.
Twijfelachtig of dit gezegde vandaag nog enige impact zou hebben. Omdat de mensen van toen Rusland niet veel meer kenden van het land dan de hoofdstad Moscou werd die naam maar gelijk gebruikt om de locatie van het kampement aan te duiden.
De kwinkslag dat er in Gent een tram vertrekt die naar Moscou rijdt houdt evenwel nog altijd stand.

Hoe de wijk verder evolueerde is niet zo duidelijk maar Moscou lijkt perfect te passen in het 19de eeuwse gordelpatroon. De geschiedenis van de dekenij is iets minder spectaculair en loopt omzeggens parallel met die van andere volkswijken. In 1923 was er al een “Hulp en Feestcomité Moscou” maar in tegenstelling tot andere gebuurtebonden heeft de fusie met Gent niets gestimuleerd. De in 1973 koninklijk geworden Dekenij Moscou zou pas in 1990 aansluiten bij het overkoepelende verbond of opperdekenij.

Locatie: