Medaille van Erkentelijkheid 2011
Op de Statutaire Algemene Vergadering van donderdag 26 januari 2012 werd de Medaille van Erkentelijkheid 2011 overhandigd aan De Heer Luk De Bruyker.
De huldetoespraak werd gehouden door De Heer Sas Van Rouveroij, Fractievoorzitter Open VLD.
Hieronder vindt u de volledige huldetoespraak van De Heer Sas Van Rouveroij en de bedankingstoespraak van De Heer Luk De Bruyker.
UITREIKING MEDAILLE VAN DE ERKENTELIJKHEID VAN DE OPPERDEKENIJ AAN LUK DE BRUYKER – 26 JANUARI 2012
Huldetoespraak door de heer Sas van Rouveroij – Fractievoorzitter Open VLD Vlaams Parlement
“Er was eens …
Er was eens een jongetje, geboren en getogen in de Brugse Poort. Toen hij vier jaar oud was, raakte hij gefascineerd door de verhalen van Henri Maeren. Op zijn negende zwierf hij langsheen de verschillende Gentse gezelschappen en kwam onder de indruk van de feeërieke scenografie van Albert Vermeiren in Theater Nele. Het jongetje droomde van zijn eigen theatertje. Hij maakte enkele poppen en een jaar later, we zijn het jaar des Heren 1965, was Taptoe geboren.
Samen met Eric Van Den Bussche, de wereld is klein, monteerde hij muziek in het appartement van zijn ouders in de UCO toren. Gewapend met bandopnemer en pop gaven Luc en Eric hun eerste voorstellingen in de hall van de school.
De jongen werd man. Voor deze geboren creatieveling werden de schoolmuren gaandeweg beklemmend. Na twee jaar boekhouding hield Luc de cijfers voor bekeken en dook hij voluit de wereld van de poppen in.
Luc houdt niet van grenzen. Als hij tegen een grens botst dan verlegt hij die prompt. Met zijn nomadische geest trok Luc al snel de wereld rond. Hij liet zich inspireren door het Little Angel Theater van John Wright in Londen de poppenspeltraditie van München?
Ook zijn liefde voor opera deed hij in het buitenland op. Toen het Sint-Amandusinstituut een reis naar Venetië organiseerde en Luk en Eric niet op het afgesproken uur op het appel verschenen, zaten beide jongens op het San Marcoplein. Geboeid door de ouverture van Mefistoofele van Boito verloren ze het uur uit het oog.
Toen ik de laudatio schreef, viel het me op hoe de levenslijnen van Luc, Eric en Eli vandaag weer samenvallen. Toen Luk en Eric elkaar leerden kennen in de vijfdes van het Sint-Amandusinstituut, gaf Eli De Rijck daar les, Nu, vele jaren later, krijgt Luk een eremedaille uit handen van Eli, onze Opperdeken en is Eric PR. Het leven is wonderlijk.
Een andere ‘partner in crime’ is Freek Neyrinck. Als aangespoelde hippie uit dezelfde buurt, werd hij benaderd door Luk. De samenwerking in ‘Het kleine zeemeerminnetje’ beviel hen beiden zozeer dat in 1978 Neyrinck officieel de artistieke leiding van Taptoe op zich nam. De tandem De Bruyker – Neyrinck was niet meer te stuiten. Ze zouden dertig jaar het podium beheersen en hun afspraak met een stukje cultuurgeschiedenis niet missen. Hun vaste zondagmatinees in de repetitiezaal van het NTG lanceerden het duo naar de top.
Dit resulteerde in een eerste erkenning van de overheid onder de vorm van een aantal officiële opdrachten. Uit die tijd dateert de schitterende productie ‘Thomas zit te dromen in de klas’.
In het ‘Café spectacle chez Ludovic’, een project speciaal ontworpen voor de Gentse Feesten, werd Pierke geboren. Hij verscheen in het stuk onaangekondigd om ongezouten commentaar te geven.
Deze ‘stoute muile’ zou zich niet meer losmaken van zijn schepper. Pierke werd Luc en Luc werd Pierke.
Alhoewel. De persoonlijkheid van Pierke lijdt namelijk aan enige gespletenheid gezien zijn onverbloemde taal afkomstig is van de hofleverancier van Luk, tekstfournisseur Freek Neyrinck.
Pierkes conference werd zo enthousiast onthaald, dat het ventje onder de naam Pierke Pierlala vanaf 1985 regelmatig begon op te treden. Naar aanleiding van de Gentse Feesten, de jaarwisseling, verkiezingen allerhande, werden en worden de politici gewikt en gewogen ineen heerlijk Gents dialect met een hoog, door merg en been snijdend kopstemmetje.
In 1987 leidde “Pierke Pierlala speelt mee de bollekes” tot de oprichting van ’t Spellekje van dreikluiten.
Om de aandacht te trekken werd de stichting van ’t nieuw spelleke aangekondigd met de persmededeling dat de Raad van bestuur van Taptoe zowel zijn oprichter als zijn artistiek directeur ontslagen had. De grap ontspoorde doordat het Laatste Nieuws en de toen nog BRT radio dit bericht in alle ernst de wereld instuurden.
Pierke Pierlala is uitgegroeid tot de Gentse held nummer1. Met Pierke beoefent Luc de aartsmoeilijke kunst van de satire.
Maar gelukkig voor jou Luc zijn politici masochisten en dat is sterker dan hun ijdelheid. Het gevolg is dat ze liever bespot dan genegeerd worden. Het ergste wat een Gents politicus dus kan overkomen is niet te worden gehekeld door de scherpe tong van Pierke Pierlala. Voor deze verdienste mocht ik jou in 2001 als schepen van cultuur al het herinneringsplaket van de stad Gent overhandigen.
Naast de bekende conferences, sprongen Pierlala en zijn kornuiten, want ondertussen is dat een echte bende geworden, in de bres voor de renovatie van de kiosk op de Kouter nadat Van Roessoessoe als mobiliteitsschepen er een parking hand ondergestoken en de sluiting van vishandel Meersschaut in het Groot-Vleeshuis nadat diezelfde Van Roessoessoe als schepen voor de stadseigendommen Meerschaut er had uitgezet. Ik heb er mijn peer mee afgezien. Maar alles is weer goed gekomen. De Kouterparking zou leiden tot het prachtige lied dat Luc zo liefdevol kan zingen “mijn bankske op de Kouter” en Meerschaut heeft nog nooit zoveel vis verkocht als in Gentbrugge.
Intussen scheerde Taptoe hoge toppen. Het absolute hoogtepunt is wellicht ‘Hemel’ in 1991. De absurde productie, geïnspireerd op Magritte, was gesneden brood voor de buitenlandse markt.
Luk wordt genoemd bij de belangrijkste figurentheaterspelers in de wereld en in België werd hij één van de belangrijkste, zoniet de belangrijkste scenograaf voor deze theatervorm.
Ik heb van heel veel stukken genoten maar als ik er eentje moet uitpikken dan is het ‘Ne lieuw mee tande’ uit 2005. Luk kruipt in de huid van Romein Deconinck. Een echt kippenvelmoment. In mijn hele leven was ik nog nooit zo ontroerd door een theatervoorstelling. Voor het eerst heb ik bij een theaterstuk mijn tranen weggeveegd.
Dat zijn momenten waarvoor we Luc dankbaar mogen zijn.
Toen Freek eind 2003 het theater verliet, werd beslist een nieuwe koers te varen en koos men voor een uitgesproken cross-over met muziek. Twee opera’s werden gemonteerd en bij de volgende subsidieronde ging Theater Taptoe voluit voor muziektheater. Maar het pakte anders uit.
Beste vriend Luk,
Mijnheer de directeur – fondateur,
Er was eens…
Er was eens een jongetje waarvan de droom aan diggelen werd geslagen door dames en heren in culturele maatpakken die menen alles beter te weten. Gelukkig was het jongetje toen al een volwassen man met grijzend haar.
Manhaftig verbeet je de grenzeloze ontgoocheling toen het doek definitief viel. Ik herinner me nog als de dag van gisteren jouw toespraak in de tuin van het oud stadarchief in de Bonifantenstraat.
Het verlies aan Vlaamse erkenning en bijhorende subsidies was een echte schande die ik tot in het Vlaams Parlement heb aangeklaagd. Taptoe was commedia dell’arte, maar ook arte della commedia.
Het was entertainment, maar ook ontroering.
Luk dankzij jouw verbeelding, jouw technische kunde en voortdurende herbronning en herscholing hebben jullie allerlei prijzen en bekroningen binnengehaald. Ze zijn te talrijk om hier op te sommen, maar jouw selectie voor de Quadriënnale voor Scenografie van Praag is een persoonlijk hoogtepunt.
Je mag als enige buiten Turkije de titel van ‘Hayali’, grootmeester in het Turkse schimmenspel, dragen.
Maar de momenten waarop je achter de schermen alles in handen neemt, het poppenspel, de stemmen, de decors, de popjes, die vingertjes, … Die momenten zijn voor jou zeker het dierbaarst.
In ‘Ienmoal, andermoal, ADJUZEE’ bracht je op een ogenschijnlijk ingenieus eenvoudige manier een overzicht van jouw levenswerk. Ik zag tijdens de première een dame onder haar grote bril haar ogen droogwrijven. Jet was Annemie, jouw onvoorstelbaar lieve echtgenote. Ze maakte Theater Taptoe mee van begin tot het einde. Maar dit is geen einde. Van Pierke Pierlala, collega’s, zijn we nog niet verlost. En als vertegenwoordiger voor de koepel van poppenspelsteden ijver je nog steeds om de Belgische poppenspeltraditie als werelderfgoed door Unesco te laten erkennen.
Luk, voor een kunstenaar is er maar één echte laudatio. En die komt van het publiek. Mag ik u een daverend applaus vragen.
Best Luc, om in auloude Pierke traditie te blijven, heb ik ook een ‘GADGET’ mee voor jou. Eerst betalen aub, ’t is 5€. Het is een koekje van eigen deeg dus heb ik er ook een liedje bij gemaakt. Het klinkt als volgt maar, alhoewel ik geboren en getogen Gentenaar ben moet ik het brengen in het beschaafd Nederlands en moet ik het voorlezen en niet zingen want zonder trekzak en a capella wil dat niemand aandoen.
“Het spelleke van drie kluiten
Van één binnen en twee buiten
Zet de poorten wagenwijd open
En kom een koekje kopen
Speciaal voor Luk gebakken
In weerwraak voor al zijn grappen
In een zakje met een blauw koordje
Als afsluiter van mijn dankwoordje.
Geboren en getogen in de Brugse poort,
Speelde hij al vlug met pop en koord
Wie Gent zegt, noemt Pierke en de drie torens
Al zet hij ons politici heel vaak horens.
Het enige spektakel waarin we moeten betalen
Soms valt er echt geen eer te halen
Om met onze kop en onze pop te laten spelen
Maar weest gerust: onze wonden zullen helen.
Van het bezoek van de paus tot het mobiliteitsplan
Ze gingen allemaal door de mangel van satan
De heraanleg van de Kouter en het keizer Kareljaar
Telkens staat hij met zijn snedig stemmetje klaar
Al twintig jaar lacht hij met de blauwe en de rode
Ja, het was een schone paarse periode.
Maar dat zou nu wel eens gedaan kunnen zijn
Dan is’t aan anderen te lachen als een stresskonijn!
Salut en de kost en tot op Pierke Pierlala zijnen dressoir.”
Sas Van Rouveroij
UITREIKING MEDAILLE VAN DE ERKENTELIJKHEID VAN DE OPPERDEKENIJ AAN LUK DE BRUYKER – 26 JANUARI 2012
Speech Luk De Bruyker
Mijnheer de Opperdeken,
Dekens en Dekeninnen van de diverse Gentse dekenijen,
Beste vrienden,
Uiteraard doet het mij veel plezier de “Breve” en de bijpassende penning in ontvangst te mogen nemen. Het is de zoveelste blijk van erkenning die ik na het droevig einde van Theater Taptoe mag in ontvangst nemen.
Ik heb mij trouwens steeds erg verbonden geweten met de Gentse gebuurten en dekenijen…
Ik herinner mij nog levendig hoe ik als klein “manneke”, ik moet zowat 10 jaar geweest zijn in ’t café ’t Vosken van mijn overgrootvader aan de Drongensesteenweg de toenmalige opperdeken Aelterman verwelkomde toen hij mijn “pee moestasch” kwam vieren als oudste cafébaas van Gent.
Met de daarop volgende deken Gerard Mortier had ik niet dezelfde vlotte verhouding als met zijn charmante voorganger. Daarvoor was het oorlogsverleden van de Mortiers net iets te zwart geweest.
Maar toch schreef ik toen, als jong journalist voor dagblad De Gentenaar, erg veel over hem en de dekenijen en was er een graag geziene journalist.
Ook soms wel eens iets minder omwille van mijn kritische pen.
Maar journalist was ik eerder om den brode … poppenspeler worden was de bedoeling. En dat is aardig gelukt. De erkenning in binnen- en buitenland is groot.
Wie trouwens als het ware mee stond aan de wieg van de geboorte van het toenmalig marionettentheater Taptoe was de huidige Opperdeken Eli De Rijck.
Hij maakte als leraar aan het toen gerenommeerde Sint-Amandsinstituut van de Broeders van de verschrikkelijke scholen, mijn eerste optredens mee. Mijn talent was hem trouwens niet ontgaan en zo kwam het dat hij me vroeg als “akteur” om mee te spelen in “Kabouters in de stad”. Ik kreeg de rol van een soortement stadsomroeper om met luide stem de boodschap van de koning te verkondigen.
Misschien is daar wel in prille aanhef Pierke Pierlala ontstaan … want nog steeds verhef ik graag mijn stem om het reilen van deze stad en zijn bestuurders te bekommentariëren.
Trouwens Eli zorgde er ook voor dat ik voor het eerst, met hem als reisleider, samen met de aalmoezenier (da was iets minder) als geestelijk behoeder en met Eli’s vrouw als kookmoeder het prachtige Venetië kon bezoeken op het einde van mijn humanioratijd… Daar ontstond mijn grote liefde voor de stad op het water die nooit gekoeld is. Ik heb trouwens iets met steden aan het water Barcelona, Lissabon, maar ook Praag en Budapest aan hun indrukwekkende stroom hebben een stukje van mijn hart gestolen.
Zo ook mijn Gent, onze fantastische stad aan da vandaag badend in volle licht aan samenvloeiing van Leie en Schelde.
Hoe graag ik ook reis en reisde … overal was ik een fiere ambassadeur van mijn geliefd Gent en ook steeds kwam ik erg graag terug.
Als een productie aanslaat in Gent … kan je de wereld aan … is een aloude wijsheid die ik meer dan eens aan den lijve kon ondervinden.
Een vereremerking krijgen van een eeuwenoude organisatie die gedurende vele eeuwen koppig standhield is dus meer dan in dank aangenomen.
Wetende dat een stukje Klokke Roeland vanaf nu mijn bureau zal sieren is een mooie gedachte om samen met jullie zo dadelijk het glas te heffen.
Van harte bedankt
Luk De Bruyker
Bericht van vrijdag, januari 27th, 2012